Er zijn vijf Amerikaanse presidentsverkiezingen geweest waarbij de succesvolle presidentskandidaat niet een veelvoud van de populaire stemmen ontving, waaronder de verkiezingen van 1824, de eerste Amerikaanse presidentsverkiezingen waarbij de populaire stemming werd geregistreerd. In deze gevallen behaalde de succesvolle kandidaat minder van de nationale populaire stem dan een andere kandidaat die meer stemmen kreeg, ofwel een meerderheid, meer dan de helft van de stemmen of een meervoud van de stemmen.
In het systeem van de presidentsverkiezingen van de VS wordt de president van de Verenigde Staten, in plaats van dat de landelijke volksstemming de uitkomst van de verkiezingen bepaalt, bepaald door de stemmen die worden uitgebracht door kiezers van het Electoral College. Als alternatief, als geen enkele kandidaat een volstrekte meerderheid van de verkiezingsstemmen krijgt, wordt de verkiezing bepaald door de Tweede Kamer. Deze procedures vallen onder het Twaalfde Amendement van de Grondwet van de Verenigde Staten. Het is belangrijk op te merken dat de Amerikaanse grondwet niet vereist dat staten zelfs maar een volksstemming houden.
De wetgevende macht van een staat kon kiezers toewijzen zonder rekening te houden met de populaire stemming of als er geen populaire stemming werd gehouden. Wanneer Amerikaanse kiezers hun stem uitbrengen bij algemene presidentsverkiezingen, kiezen ze kiezers en vertellen ze welke kandidaat ze denken dat de kiezers van hun staat moeten steunen. De "nationale volksstemming" is de som van alle stemmen die zijn uitgebracht bij de algemene verkiezingen, landelijk.
In 1824 waren er zes staten waarin kiezers wetgevend werden benoemd in plaats van volksverkozen, waardoor de feitelijke nationale volksstemming onzeker bleef. Toen in 1824 geen enkele kandidaat de meerderheid van de stemmen kreeg, werd de verkiezing beslist door het Huis van Afgevaardigden. Deze omstandigheden onderscheiden de verkiezingen van 1824 van de laatste vier verkiezingen, die allemaal werden gehouden nadat alle staten de populaire selectie van kiezers hadden ingesteld, en waarin een enkele kandidaat een regelrechte meerderheid van de verkiezingsstemmen behaalde.
Hier zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen waarin de winnaar de populaire stemming verloor.
Verkiezing | Winnaar | Kiesstemmen | Populaire stem | Marge van populaire stemmen |
1824 | John Quincy Adams | 84/261 | 113,122 | -38,149 |
1876 | Rutherford B. Hayes | 185/369 | 4,034,311 | -254,235 |
1888 | Benjamin Harrison | 233/401 | 5,443,892 | -90,596 |
2000 | George W. Bush | 271/538 | 50,456,002 | -543,895 |
2016 | Donald Trump | 304/538 | 62,984,828 | -2,868,686 |